BronjaAuteurHeader

Duo Interview voor de DPB Leesclub uit 2014

 

Toen Philip Le Bon en ik min of meer per ongeluk met elkaar in contact kwamen via de social media, was het eerste dat ons beiden opviel de verschillende ideeën die we erop nahouden. Nieuwsgierig naar meer verschillen en eventuele overeenkomsten resulteerde dit in een e-mailinterview over o.a. zijn ‘Mooie Moorden’, mijn ‘Project X’ en onze belevenissen in Schrijversland.

 

Bronja > Je hebt gezegd dat misdaadauteur worden een jongensdroom van je was, maar zou je ook ooit een boek willen schrijven in een heel ander genre?

Philip > Ja, ik heb stille ambities voor een (geïllustreerd) jeugdboek. Ook ga ik een chicklit schrijven met een coauteur (een vrouw). Daarnaast ga ik een non-fictie boek publiceren over ‘Security & Safety’. Er is nog een projectvoorstel vanuit mijn uitgever, iets speciaals, maar ik heb bedenktijd gevraagd. Er zijn ook twee kennissen die mij hebben verzocht hun biografie neer te pennen, als een soort ghostwriter dan. Dat houd ik in beraad. Wie weet?

Philip > Heb jij altijd al misdaadauteur willen worden?

Bronja > Niet specifiek. Ik wil me niet binden aan één genre en ik merk dat dat terugkomt in mijn schrijfstijl. 'DDK' hebben we na veel overleg het label 'psychologische thriller' opgeplakt, maar het had ook 'psychologische roman' kunnen worden. Met het oog op de vervolgen die wat heftiger zijn, hebben we uiteindelijk toch gekozen voor 'thriller'. Ik zou graag eens een roman schrijven en ook faction zou ik weleens willen proberen.

Bronja > Waarom heb je meteen gekozen voor een vierluik en niet voor een stand alone?

Philip > Mijn verhaal is zo’n 1500 pagina’s dik. Dit zou potentiële lezers afschrikken. Vooral de mensen die niet veel lezen. Er is ook het leescomfort: een boek van 1500 pagina’s ligt (te) zwaar in de hand. Plus het kan niet zo meteen mee in een rugzakje op het vliegtuig, in een draagtas naar het strand of zwembad. Vandaar dat ik geopteerd heb voor vier delen, dat leest iets makkelijker: Sara (430 pag), Benissa (440 pag), Naomi (350 pag) & Lucee (325 pag). Het voordeel is ook dat ik mij niet moet opjagen om het geheel klaar te hebben. De laatste 100 pagina’s van Naomi moet ik namelijk nog schrijven. Dan is deel 4 aan de beurt, nog integraal neer te pennen. Het verhaal is af en zit klaar in mijn hoofd. Terwijl ik schrijf, doen mijn reeds gepubliceerde boeken hun werk: zo veel mogelijk lezers bekoren en goed verkopen. Ja, ook het geld is belangrijk, want ik zou nog graag veel kunnen schrijven, wat ik niet graag na de uren of in mijn vrije tijd doe. Ik zie schrijven als een fulltime bezigheid, werk dus.

Philip > Waarom heb jij meteen gekozen voor een trilogie?

Bronja > Gedurende de researchperiode voor 'DDK' was het de bedoeling om er één boek van te maken, maar toen ik halverwege was met schrijven, merkte ik dat het verhaal te groot was voor één boek. Toen heb ik besloten om er een drieluik van te maken.

Bronja > Ik heb in het begin met 'De Dode Kamer' veel commentaar gehad op het feit dat ik als vrouw heb gekozen voor mannelijke hoofdpersonages. Waarom heb jij als man voor vrouwelijke hoofdpersonages gekozen? 

Philip > Ik schrijf vanuit het meervoudig vertelperspectief. Per passage kruip ik in de huid van een van mijn personages. Meestal zijn dit vrouwen. Maar ook de mannen komen aan de beurt. Ik probeer mij dan maximaal in te leven in elk personage, of hij/zij nu goede of slechte daden doet.

Philip > Waarom heb jij als vrouw voor mannelijke personages gekozen?

Bronja > Dat was geen bewuste keuze. Ik had een verhaal in mijn hoofd en toevallig werkte dat het beste met mannelijke hoofdpersonen. Ik vind mannelijke personages ook prettiger om mee te werken, omdat ze iets verder van me af staan en ik daardoor minder geneigd ben om te denken als mezelf.

Bronja > Op het internet zag ik de term 'pharma-thriller' voorbij komen met betrekking op je debuut 'Sara'. Hoe zou je zelf je boeken typeren, aangezien het genre 'thriller' nogal veelomvattend en nietszeggend is?

Philip > Faction misdaadverhalen, zijnde waargebeurde feiten en waarheidsgetrouwe informatie (facts), bijvoorbeeld over de farmacie en de werking van pillen, overgoten met een dikke saus van mijn nogal krachtige fantasie (fictie).

Philip > De DDK speelt zich deels af in de gevangenis. Ook bij grootmeester Stephen King is dit nogal eens het decor. Bracht hij je deels op het idee? En heb je je tijdens het schrijven laten inspireren door (ex-)gedetineerden? Was je ooit in een gevangenis?

Bronja > Ik moet eerlijk toegeven dat ik geen fan ben van Stephen King. Niet zozeer omdat zijn verhalen me niet boeien, maar meer omdat ik zijn schrijfstijl heel onprettig vind. Ik heb twee boeken - 'It' en 'Carrie' - van hem geprobeerd en ben bij beide na ongeveer 70 pagina's afgehaakt, dus zijn gevangenisdecors heb ik niet meegekregen. Wel woon ik zelf al 11 jaar naast een gevangenis, dus dat zal ongetwijfeld in mijn achterhoofd hebben meegespeeld toen ik voor dit decor koos. Ook heb ik een tijdje in de kroeg gewerkt onder mijn huis en dus ook naast de gevangenis. Vaak kwamen de gedetineerden even een biertje drinken als ze waren vrijgelaten en wachtten op iemand die hen op kwam halen. Hun verhalen zijn me altijd bijgebleven en uiteindelijk een eigen leven gaan leiden in mijn hoofd. Ik ben zelf nooit in een gevangenis geweest. De zogenaamde 'Supermax', zoals in 'DDK' hebben we in Nederland niet, plus dat de wetten en regels hier heel anders zijn dan daar en ik wilde koste wat het kost voorkomen dat de setting zou 'vernederlandsen'. Ik heb wel heel veel contact gehad met een gepensioneerde bewaker, die me heeft geholpen met reglementen, dagschema's en protocollen. Toen er eenmaal sprake was van een vertrouwensband en hij doorhad dat ik zijn verzoek om anonimiteit zeer serieus neem, klapte hij wat makkelijker uit de school en kwam hij niet alleen maar met feitjes, maar ook met herinneringen en situaties waarin protocol en reglement opeens niet meer gelden en hoe men daarmee omgaat en ook dat dit per gevangene en cipier verschilt.

Bronja > Vaak zie je dat auteurs kiezen voor een boek dat 'plot driven' is of juist 'character driven'. Zelf kies ik liever voor een combinatie van beide. Hoe zit dat bij jou en waarom?

Philip > Voor mij primeert het verhaal. Deze stuurt het leestempo en sleurt de lezer mee. Eens de plot als een rollercoaster voorbij walst, geef ik mijn personages meer diepgang. Door hun beslissingen en het ‘toeval’ worden ze dan extra betrokken bij de intrige, als het ware meer synergie creërend.

Philip > Hoe zie jij dat voor ‘Project X’?

Bronja > Ik vind de psychologie het belangrijkste, dat de personages consistent zijn in hun doen en laten, maar ook een ontwikkeling doormaken. Nu is ‘Project X’ een serie zich daar heel goed voor leent. Het is een verhaal dat vraagt om ontwikkeling, de personages moeten zich aanpassen aan situaties en doen dat op hun eigen manier, wat vaak een nieuw conflict uitlokt. Dat komt mede doordat mijn personages weinig ruimte hebben in décor: de meeste personages begeven zich in een beperkte ruimte: een gevangenis, een hotelkamer of figuurlijk: in een zeer kleine sociale kring. Hierdoor wordt de toevalsfactor bijna volledig uitgeschakeld en is de psychologie het gereedschap om de plot aannemelijk te houden.

Bronja > Heb je zelf een voorkeur voor één van je personages?

Philip > Benissa. Altijd. Zij heeft zo veel meegemaakt, waarvan het meeste gebaseerd is op zaken die echt zijn gebeurd. Tóch blijft Benissa overeind en bijt ze van haar af, ondanks alles. Hierdoor heb ik zeer veel sympathie voor haar.

Philip > Heb jij een voorkeur voor één van jouw personages?

Bronja > Schrijftechnisch kies ik voor Misha, gewoon omdat hij qua karakter het dichtst bij me ligt. Ik hoef weinig moeite te doen om te kunnen denken zoals hij. Wat dat over mijzelf zegt, daar moet ik maar niet te lang bij stilstaan. Emotioneel kies ik voor Jamie, door een persoonlijk verhaal dat een lezer van ‘DDK’ met me wilde delen over een andere Jamie en dat me diep geraakt heeft.

Bronja > Je hebt voordat je bij Lannoo terecht kwam een roman uitgebracht in eigen beheer. Vertel daar eens iets over?

Philip > Ik heb anderhalf jaar aan mijn manuscript geschreven, fulltime, dus nagenoeg zonder inkomen. Toen mijn manuscript – zijnde Sara, Benissa en een halve Naomi  – werd afgewezen door een zestal uitgevers, besloot ik om het via Boekscout te publiceren. Ik wou mijn manuscript in twee delen uitgeven, maar Boekscout wou dit niet doen. Ik stond met mijn rug tegen de muur, want voor uitgave in eigen beheer, had ik geen geld meer. Dus bond ik in (één boek en geen twee) en koos ik voor ‘printing-on-demand’: boekje betalen, boekje drukken, boekje leveren. Punt. Alle promotie diende ik zelf te doen. Ook het nalezen en redigeren van mijn manuscript was mijn verantwoordelijkheid. Ik heb massaal veel tijd gestoken in de promotie, met uiteraard beperkte budgetten. Had nog amper de tijd om te schrijven. Gelukkig vond ik toen een mecenas die mij “sponsorde”. Maar de verkoop van mijn boek leek maar niet van de grond te komen. Dit kwam deels omdat bij POD alles vooraf moet worden betaald. De Standaard Boekhandel, die 60% van de Vlaamse boekhandels in beheer heeft, deed alsmaar moeilijk. Ze weigerden categoriek om mijn boek op voorhand in te kopen want bij POD is er geen recht tot teruggave en moet alles vooraf worden betaald. Naar Nederland over en weer te reizen voor promotie, was ondoenbaar. Ik ben echt zo blij dat ik bij Uitgeverij Lannoo zit. Zij geloven in mij. (Ter info: De Standaard bestelt gemiddeld 4 exemplaren per boekrelease per winkel. Dat zijn er meteen 500. Leuk.) Bijkomend voordeel met een uitgever is de begeleiding. Mijn twee eindredacteurs pushen mij naar voor mij ongekende schrijfhoogten, zonder ooit te censureren of de plot te willen veranderen. Finaal wordt het eindresultaat nog eens nagelezen door een corrector, een taalpuritein, die er het minste foutje uithaalt, met aandacht voor de Belgicismen, zodat het boek perfect door een Nederlands publiek kan worden gelezen. En de marketing bij Lannoo is een geoliede machine, zowel in Vlaanderen als in Nederland (Terra-Lannoo & Meulenhoff-Boekerij). Eindelijk heb ik opnieuw tijd om veel te schrijven, zonder mij kopzorgen te moeten maken over de PR rond mijn boeken. Joepie.

Philip > Er zijn al een aantal uitgevers aan je deur geweest. Toch kies je er voor om in eigen beheer te publiceren. Enerzijds voel ik jouw bezorgdheid voor onterechte censuur door een eigenzinnige eindredacteur; anderzijds, door hun aanbod af te wijzen, ben je aangewezen om alle promotie zelf te doen. Achteraf bekeken nog altijd overtuigd van je beslissing, of zou je een correcte uitgeverij toch een kans geven?

Bronja > Het bevalt me nog steeds prima, zoals het nu gaat en ik heb eigenlijk niet het gevoel dat ik iets mis. Ik begon aan dit avontuur zonder enige verwachting. Eigenlijk ging ik ervan uit dat 'DDK' min of meer onopgemerkt zou blijven en dat ergens bij boek 10 mensen misschien zouden ontdekken dat er nog 9 andere boeken waren. Zoiets. Ik hoopte gewoon dat we met ieder boek net uit de kosten zouden komen, zodat we een volgend boek zouden kunnen uitbrengen. In een impulsieve bui gaf ik 'DDK' op voor de Crimezone Leesclub en toen kwam het eigenlijk in een stroomversnelling. Het eindigde hoog in de Hall of Fame, krijgt nog altijd mooie reviews, ligt in meer dan 300 bibliotheken en won de Hebban Debuutprijs. Misschien had 'DDK' bij een grote uitgever nog veel meer kunnen bereiken of misschien had het als debuut bij een grote uitgeverij juist minder opgevallen en was het opgegaan in de massa. Geen idee. Ik ben gewoon teveel gesteld op mijn artistieke vrijheid om naar andere opties te kijken.

Bronja > Stel: er komt een grote tv-producent die een serie wil maken van jouw boeken. Hij is heel enthousiast, maar wil wel een aantal essentiële zaken veranderen aan je verhaallijnen. Wat zou je doen?

Philip > Ik heb al veel boeken gelezen waarvan ik ook de film zag. Altijd was er een verschil. Als auteur is het niet leuk wanneer ze je werk aanpassen. Meestal is dit om de film beter te doen verkopen. Zo zie soms dat de (Hollywood) film een happy-ending krijgt alhoewel het in het boek helemaal anders afliep. De geldschieters voor de productie zijn hierin bepalend. Indien er dus interesse is om mijn boeken te verfilmen, zou ik eerst willen polsen wat er zou worden aangepast. Wanneer ik mij daar dan kan in vinden, zou ik mijn akkoord geven. Uit de feedback van mijn lezers, verneem ik dat ik heel filmisch schrijf. Daarom hoop ik dat de serie de bioscoop of de teevee zal halen, en dan liefst met weinig of geen verhaallijnaanpassingen.

Philip > Wat zou jij doen?

Bronja > Nee zeggen. Ik begrijp dat kleine aanpassingen onvermijdelijk zijn, maar een alternatief einde, een aangepaste verhaallijn of het schrappen van in mijn ogen essentiële scenes of personages is voor mij echt een no go.

Bronja > Wat zijn je plannen na het vierde deel in 'De Mooie Moorden'? Ga je dan weer voor een serie of wordt het een stand alone?

Philip > Het volgende boek wordt een stand alone. Zonder twijfel. Ik weet al wat het wordt. Heb zelfs al een titel in gedachten. Maar alles op zijn tijd: nu eerst ‘De Mooie Moorden’ afwerken.

Philip > Wat zijn jouw plannen na 'Project X'?

Bronja > Ik heb een aantal projecten op de plank liggen die ik graag af wil maken na 'Project X', waaronder een stand alone, waar ik inmiddels on-and-off al tien jaar over nadenk en research voor doe. Na ‘Project X’ moet het er dan toch maar eens van gaan komen.

Duo Interview

UpdatesDuoInterview

Volg mij op:

AgemoLogoNieuw